’t Schrijverke van oudsher

’t Schrijverke is van oudsher een Jenaplanschool. De komende jaren gaan wij hard aan het werk om ons Jenaplanonderwijs nieuw leven in te blazen. Wij zijn van mening dat ieder kind uniek is, en dat de kwaliteiten van het kind tot zijn recht komen als wij onderwijs bieden volgens het Jenaplanconcept. Een Jenaplanschool is immers ook een pedagogische school. Je mag jezelf zijn, iedereen kent elkaar en heeft belangstelling voor de ander. We maken dan ook samen onderwijs en leren van elkaar;  kinderen, stamgroepleiders en ouders.

De leerlingen werken in stamgroepen. Zo is ieder kind een keer de jongste en ook een keer de oudste. Je bent daarom niet altijd de grootste of de slimste en daardoor ontwikkelen leerlingen inlevingsvermogen.  We helpen elkaar en kunnen leren van en met elkaar. Er wordt daarom vaak bewust gekozen voor het werken in tafelgroepjes. De stamgroepleider heeft binnen deze ontwikkeling een sturende, begeleidende en activerende rol.

Samen maken wij onderwijs. Dit zie je ook terug in de vier basisactiviteiten binnen ons onderwijs; samen spreken, samen spelen, samen werken en samen vieren.

Samen spreken
De kring is de plek waar kinderen en stamgroepleider elkaar ontmoeten. Als je met elkaar in gesprek gaat, leer je niet alleen in een groep te spreken maar ook naar elkaar te luisteren. Deze gesprekken zijn vooral betekenisvol als iedereen zich veilig voelt en durft te zeggen wat hij denkt of vindt.

Samen spelen
Van spelen kun je leren! Door situaties na te spelen leer je bijvoorbeeld rekening houden met de ander, oplossingsgericht werken, geeft je nieuwe ideeën en stimuleer je creativiteit. Spel is enorm veelzijdig en belangrijk voor jong en oud. Spel zorgt voor een grotere motivatie en stimuleert tot leren.

Samen werken
Werken doe je voor jezelf, maar werken doe je ook voor en met anderen. Bij ons op school willen we het samen werken zoveel mogelijk oefenen, zodat wij ons goed kunnen redden in de huidige samenleving. Wij stimuleren leerlingen daarom om verantwoordelijkheid te nemen voor leven en leren.

Samen vieren
Samen vieren neemt binnen het Jenaplanonderwijs een belangrijke rol in. Samen vieren betekent namelijk dat je elkaar ontmoet, dat je lief maar ook leed met elkaar deelt, dat je erbij hoort. Als school willen wij elk moment aangrijpen om te vieren, omdat dat het moment is waarin wij elkaar ontmoeten, en samen school zijn.

Het Jenaplanconcept

Het Jenaplanconcept gaat uit van de twintig basisprincipes. In de basisprincipes vind je het antwoord op de vraag: “Waarom doen we wat we doen, zoals we het doen?” De basisprincipes zijn verdeeld in drie delen: “de mens”, “de samenleving” en “de school”. In de eerste basisprincipes staat omschreven welk mensbeeld je nastreeft, in de basisprincipes over de samenleving is het beeld te vinden van hoe wij willen dat die samenleving er uit moet zien. De basisprincipes over de school gaan over de manier waarop het onderwijs vormgegeven moet worden.

Kinderen ontwikkelen zich in leeftijd heterogene stamgroepen. Verschillen onderling worden als verrijkend ervaren. De positie van elk kind verandert jaarlijks van jongste naar oudste. De kinderen werken in heterogene tafel-groepen.

Kinderen leren samenwerken. Samenwerkingsrelaties hebben een positief effect op het ontstaan van zelfvertrouwen en leermotivatie. Het bovenstaande vertaalt zich in:

  • Een kindvriendelijke sfeer, aanpak en benadering
  • Een omgeving van orde, rust en duidelijkheid, dus een goed werkklimaat
  • Een op elkaar afgestemde school- en klasseninrichting
  • Een eenduidige aanpak qua  instructie (activerende directe instructiemodel
  • Omgaan met verschillen door een aanbod op meerdere niveaus
  • Gebruik van effectieve leertijd

Wereldoriëntatie

Stamgroepwerk, ook wel wereldoriëntatie genoemd, is een belangrijk vormingsgebied op een Jenaplanschool. Kenmerkend voor wereldoriëntatie is het ervaren, ontdekken en onderzoeken. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan luisteren naar verhalen (van andere kinderen, de stamgroepleider, gasten in de school, mensen buiten de school), het zelf vragen stellen en op zoek gaan naar antwoorden in boeken, op internet en bij de mensen, dieren en dingen zelf. Kinderen leren om te gaan met de natuur om hen heen, de mensen dichtbij en verder weg en met de zin van het leven en de wereld.
Kortom, de kinderen zijn ontdekkend en onderzoekend bezig, in de vorm van projecten. Zodoende wordt de wereld steeds groter en ruimer en leert het kind zelf een mening te vormen.

De vier basisactiviteiten

Gesprek, spel, werk en viering: dat zijn de vier basisactiviteiten waarin mensen leven en dus ook leren. Leren kan niet alleen door met pen, papier en het hoofd bezig te zijn. Net als in het dagelijks leven proberen we de basisactiviteiten afwisselend op een dag aan bod te laten komen. Zo ontstaat het ritmisch weekplan, oftewel het lesrooster.

Gesprek
’t Schrijverke is een school waar kinderen een duidelijke stem hebben. Jenaplanscholen zijn scholen met kringgesprekken.  De kring is de plek waar kinderen en stamgroepleider elkaar ontmoeten. Gesprek komt voor in veel vormen; tweegesprekken, groepsgesprekken, kringgesprekken, maar ook teamgesprekken en oudergesprekken. Gesprekken zijn pas echt betekenisvol als er een klimaat van veiligheid heerst. Ieders inbreng moet gewaardeerd worden. Bij jonge kinderen speelt de stamgroepleider een belangrijke rol. Deze zorgt voor activerende vragen, open vragen die leiden tot gesprek en uitwisseling. Langzamerhand kunnen kinderen de rol van de stamgroepleider overnemen totdat ze uiteindelijk helemaal zelfstandig een kringgesprek kunnen voorbereiden en leiden. In de steeds individualistischer wordende samenleving willen wij als Jenaplanschool juist het sociale leren, het groepsleren, veel aandacht geven. Voor veel kinderen is de school de enige plek waar ze kunnen oefenen in het samenleven in een grotere groep. Op een Jenaplanschool kan dat in vier sociale basisactiviteiten waarvan spreken er één is.

Werk
Op ’t Schrijverke moeten kinderen allerlei werk doen omdat het moet, gewoon verplicht werk. Maar dat niet alleen. Kinderen mogen ook werken voor zichzelf en voor en met anderen. Kinderen zijn lid van een stamgroep en doen dus ook werk voor deze stamgroep. Vooral het samenwerken wordt bij ons geoefend. Als we een betere samenleving willen, dan moet daar op school voldoende aandacht aan besteed worden. De kinderen worden gestimuleerd om zelf verantwoordelijkheid te nemen voor het leren en leven. Daarbij helpen oudere kinderen en de  stamgroepleiders. Op onze school gaat het niet alleen over het vergaren van kennis. Het geleerde moet ook begrepen worden, inzicht moet ontwikkeld worden bij kinderen. Dat begrip wordt groter als kinderen het geleerde kunnen toepassen. Door toepassen wordt kennis echt van jezelf. Dat wat we leren moeten we dus vooral gebruiken en toepassen. En uiteindelijk is het de bedoeling dat we met alles wat we leren weer nieuwe dingen kunnen bedenken of ontwikkelen. Op een Jenaplanschool ligt de nadruk op samen.

We zorgen ervoor dat kinderen in de stamgroep verantwoordelijkheid nemen voor het leren van alle kinderen in de stamgroep.

Met de stamgroep wordt regelmatig besproken op welke manier het samen werken nog beter geregeld kan worden. Zo zie je in de groep allerlei organisatievormen waarin kinderen samen werken. Belangrijke uitgangspunten bij het werk zijn zelfstandigheid en verantwoordelijkheid, zowel voor het kind als voor de groep.

Spel
Spelen is leren. Spelen is dus een serieuze zaak. Serieus maar ook wel vaak plezierig en vermakelijk. Kinderen leren veel door te spelen, door na te spelen: ‘modelling’. Omdat het meestal een aangename manier van leren is, vinden we het belangrijk om niet alleen met jongere kinderen te spelen, maar ook met kinderen in tussen-, midden- en bovenbouw. In onze school leren we kinderen om zich op allerlei manieren te uiten. Naast het vrije spel, is er op ’t Schrijverke ook tijd voor geleid spel. Kinderen leren toneelspelen en presenteren regelmatig voor de hele school hun belevenissen in weeksluitingen.

Vieren
Met vieringen wordt het samen beleven van lief en leed bedoeld, beleven dat je bij elkaar hoort; een werkelijke ontmoeting van mensen die een band met elkaar hebben. Vieringen hebben bij ons ook een ‘kalender-functie’.

Het markeert de tijd. In een jaar zijn die vaste momenten voor ieder herkenbaar. Een duidelijk begin en een duidelijke afsluiting van een periode zorgt er voor dat je de tijd kunt beheersen, overzien. Vieringen kennen, net als andere onderwijsactiviteiten, een bepaalde ordening. Er moet ruimte en aandacht zijn voor de voorbereiding, uitvoering en reflectie. Van kleuters verwachten we een andere presentatie dan van bovenbouwer. We spreken met respect over elkaar en leren ieders inbreng op waarde te schatten.

Stamgroepen

Een stamgroep is een andere groepering dan een klas. Een klas is een groep kinderen, van meestal (ongeveer) dezelfde leeftijd, die dezelfde leerstof krijgt aangeboden. In een stamgroep zitten kinderen van verschillende leeftijden, met verschillende vorderingen in de leerstof. Omdat we in ons onderwijs juist willen uitgaan van de verschillen in ontwikkeling, doen we dat bewust. Het zit ook het dichtst bij de natuurlijke situaties die het kind gewend is: denk aan het gezin en spelen op straat. Tijdens hun basisschooltijd zitten kinderen in vier stamgroepen:

  • onderbouw: jaargroepen 1 en 2
  • tussenbouw: jaargroepen 3 en 4
  • middenbouw: jaargroepen 5 en 6
  • bovenbouw: jaargroepen 7 en 8

Jenaplanscholen werken met stamgroepen. In een stamgroep zitten kinderen van verschillende leeftijden (twee of drie verschillende leerjaren). Dit is een bewuste keuze omdat wij het belangrijk vinden dat kinderen leren omgaan met verschillen, dat ieder kind verschillend kan en mag zijn en dat kinderen leren van verschillen. Het gaat hier dus nadrukkelijk niet om combinatiegroepen (sommige, niet-jenaplanscholen kiezen daar soms vanuit organisatorische redenen voor).

Oudste kinderen in een stamgroep kunnen jongste kinderen helpen, een kind heeft ieder jaar een andere plaats in de sociale context; het ene jaar behoor je tot de jongsten, het andere jaar tot de oudsten. Kinderen die soms kiezen voor sociale contacten met oudere of juist jongere kinderen hebben deze mogelijkheid, etc. Wij denken dat we kinderen op deze wijze een rijkere sociale omgeving bieden waarbij ieder kind meer de mogelijkheid heeft om zich op eigen unieke wijze te ontwikkelen.